Skip to content

Tandem in de literatuur

Kristien Hemmerechts, bekend Vlaams schrijfster, maakt haar reizen al vele jaren per tandem. Een interview met haar door Marc Peeters is eerder verschenen in tijdschrift De Wereldfietser, nr.4, oktober 2008. Het is op onze site overgenomen met toestemming van de auteur.


Kristien Hemmerechts: schrijfster van beroep maakt exotische fietsreizen. “Je zadel is een eretribune, de straat het podium voor het spektakel” (uit: V: Notities bij een reis naar Vietnam)

Kristien Hemmerechts, wie kent haar niet?

Zij debuteerde in 1986 als schrijfster van fictie met drie Engelstalige verhalen in de bundel First fictions, Introduction 9. Haar eerste novelle was “Een zuil van zout  uit 1987, waarvoor zij meteen de Prijs van de provincie Brabant ontving. In 1990 kreeg zij de Vlaamse driejaarlijkse Staatsprijs voor proza. Vanuit Nederland volgden in 1993 een nominatie voor de AKO Literatuurprijs voor Kerst en andere liefdesverhalen en de eerste Frans Kellendonkprijs voor haar gehele oeuvre. In 1998 verscheen Taal zonder mij, een autobiografisch essay over Hemmerechts’ in 1997 overleden echtgenoot, de bekende Vlaamse dichter Herman de Coninck. In 2007 werd zij genomineerd voor de Anna Bijnsprijs voor “De waar gebeurde geschiedenis van Victor en Clara Rooze” (bron: Wikipedia).

Kristien Hemmerechts (1955) is een BV (Bekende Vlaming), die ineens ook blijkt te fietsen. En niet zomaar fietsen – neen, fietsen in vreemde verre landen. Hemmerechts kan haar ware oorspronkelijke aard niet verloochenen, en ze schrijft er dus ook over. Zie het reisverslag “V, notities bij een reis naar Vietnam”, gepubliceerd in 2004 bij uitgeverij Atlas. In het Reizen-katern van de Volkskrant verscheen van haar hand “Woestijnstof op de pedalen” (d.d. 2 februari 2008) over fietsen door Ethiopië. Voor de redactie van Wereldfietser/Vakantiefietser voldoende aanleiding om bij haar te peilen hoe het is om als pur sang schrijfster je inspiratie van de fiets te halen. Een gesprek aan de keukentafel, over het typische van de tandem, over de grenzen van het aangename, over schrijven op de fiets, en … de durf om af te wijken.

NB. Kort voor dit interview wordt bekend gemaakt dat Kristien Hemmerechts de nobele taak op zich heeft genomen om de tekst van het Groot Dictee der Nederlandse Taal te componeren en voor te dragen. Het laatste schijnt haar nog het zwaarst te vallen. Wij hebben in ieder geval afgesproken om in dit interview geen struikelwoorden uit het fietsjargon te gebruiken.

WERELDFIETSER: Veel leden van onze vereniging zijn hartstochtelijk fietser. Sommigen daarvan hebben besloten er af en toe over te schrijven. Kan men stellen dat het bij u andersom is gegaan?

Kristien Hemmerechts: Het is ooit begonnen, omdat ik Bart [Bart Castelein, de levenspartner van KH, WF] heb leren kennen. Die was al driemaal een jaar met de fiets op reis geweest. Wilden wij samen op vakantie dan was het duidelijk dat daar een fiets bij moest. Een strandvakantie zou ook voor hem niks zijn.

WERELDFIETSER: Niet zomaar een fiets, klaarblijkelijk…

Hemmerechts: Klopt, we zijn heel snel uitgekomen bij de tandem. Bart is veel jonger, en beter getraind. Als we afzonderlijk zouden fietsen zou hij altijd moeten wachten. Een situatie die toch meer voorkomt, denk ik. Vreemd dat er dan niet meer voor deze formule gekozen wordt. Mensen dachten dat ik dit deed om Bart een plezier te doen. We zijn echter allebei grote pleitbezorgers geworden van het reizen per tandem. Ideale formule voor als je zit met fietsers van ongelijke kracht. Je kunt het vergelijken met samen een verre zeiltocht maken. Echt samen.

WERELDFIETSER: In uw Vietnam-reisboek noemt u de tandem de perfecte metafoor voor de perfecte relatie.

Hemmerechts: Veel mensen denken ook dat als je achter zit dat je dan helemaal niets ziet. Vindt men vreemd. Het is niet waar dat je alleen maar de rug van de voorganger ziet. Als je in je hart onafhankelijk bent, dan maak je daar geen punt van. Eigenlijk is het een voordeel dat je rond kunt kijken, zeker als het wegdek slecht is. De voorganger moet dan geconcentreerder zijn.

WERELDFIETSER: U zegt ook ergens “begin er niet aan, als je niet van elkaars lichaam houdt…”

Hemmerechts: Ik denk echt dat het een nachtmerrie is als je op zo’n tandem zit, en je kunt het niet goed kunt met elkaar vinden. Wij vormen nu ook een geoliede machines, met routines en taakverdeling.

WERELDFIETSER: Waar bent u zoal geweest?

Hemmerechts (denkt hardop) De eerste keer, in 2000 denk ik, naar Cuba. Daarna Madagaskar, en vervolgens Senegal, Guinee Bissau, Gambia. Vietnam, Cambodja, Laos, Ethiopië. Over de meeste heb ik geschreven. Vietnam was een langer verhaal.

WERELDFIETSER: U heeft het fietsen niet eerder ontdekt?

Hemmerechts: Ja, ik heb veel eerder gereisd [zie o.a. haar boek Amsterdam Retour, WF]. Maar ik had niet zulke goede ervaringen met fietsen. Gingen we ooit naar Nederland, met een veel te lichte fiets, met die drie versnellinkjes. Enorm zwoegen (lacht). Nu fietsen we met een ATB-model, met drie plateaus [voorbladen, WF] voor en negen achter.

WERELDFIETSER: In uw reportage voor de Volkskrant noemt u Ethiopië geen fietsland. Betekent dat, dat deze trip een vergissing was?

Hemmerechts: Nee, neen, dat is geen boutade. Het is absoluut niet onaangenaam, want er is haast geen verkeer. Op een bepaald moment stonden we voor de keuze om rechtdoor over de grote asfaltweg naar Kenia te gaan. Maar wij vinden het toch prettiger en iets avontuurlijks om van de gangbare wegen af te wijken. In Ethiopië hebben we echter de grenzen van ons tandem-rijden ontdekt. De wegen zijn er zo slecht. We kregen keer op keer een lekke band. Ik vroeg me af: “Zijn we behekst, of hoe zit dat hier?”.

WERELDFIETSER: Wat was er dan aan de hand?

Hemmerechts: Vlakbij de velg: was niet meer te plakken, de velg was oververhit geraakt. Uiteindelijk ging die ook scheuren, en moest vervangen worden. Hoe lang je dan moet wachten voor een auto voorbij komt (zuchtend). Door het oog van de naald. Bovendien, in zand kunnen wij totaal niet rijden. En in Ethiopië: heel veel keien, ongelooflijk. Honderdtachtig kilometer, we dachten op een gegeven moment, dit moeten we dan lopen. We hebben daar ongelooflijk veel geluk gehad, met hulp die we kregen.

WERELDFIETSER: Welke conclusie trekt u hieruit?

Hemmerechts: Ik word 53, Bart 42, ik denk zoetjesaan, we moeten het iets voorzichtiger gaan doen. Anders gaan de Goden zeggen: ja maar Hemmerechts… (lacht).

WERELDFIETSER: Waarom niet eens naar Toscane?

Hemmerechts: Och, daar heb je ook flinke heuvels. Het belangrijkste als je ergens naar toe wilt is dat je weet dat er mensen leven. Die moeten ook overnachten, en moeten ook eten. Je vertrekt en je weet niet goed wat er gaat gebeuren. Soms moeilijk, zwaar, tegenslagen. Maar ook schitterende dingen, ontmoetingen, mensen waar je kunt komen logeren. Heeft ook alles te maken dat Bart vanwege zijn werk in de zomer niet weg kan.

WERELDFIETSER: Hoe werkt u als schrijfster op de fiets. Hanteert u speciale methodes?

Hemmerechts: Het is geen andere manier van schrijven, maar een andere manier van reizen. Het is hetzelfde als je een boek leest. Als je over dat boek wilt schrijven, dan lees je anders. Dus je moet tijdens het fietsen, zoals overal voor mij, altijd alert zijn voor zaken die je kunt gebruiken

WERELDFIETSER: Hoe doet u dat?

Hemmerechts: Ik maak heel veel notities. Ik lees ook veel, ik spoor Engelse kranten op. Ik verdiep me in de politiek en de cultuur van het land. Ik heb veel boeken bij me, want ’s avonds is daar ook niets te doen. Waaronder ook Frank van Rijn’s “De zuilen van Axum” . Voor de rest hebben wij heel weinig bij ons – behalve al het gereedschap uiteraard. Belangrijk is voortdurend goed kijken, goed luisteren. Met mensen proberen te praten. Daardoor ben je toch aan het werk. Tijdens fietsen, denk ik ook over dingen na. Ik ga op zoek naar kapstokken, thema’s als de Middeleeuwse omstandigheden, de rijkdom. Soms gooi ik aantekeningen ook weg, waardeloos! Probleem is dat als ik hier ben, ik me heel moeilijk kan verplaatsen. Ik zal heel veel daar moeten noteren. Soms denk ik wel, zou ik nu eens op vakantie kunnen gaan zonder te hoeven nadenken, wat ik hiermee wil gaan doen als schrijfster. Maar omdat ik er over moet schrijven, ben ik gedwongen om mij te verdiepen in de geschiedenis, de politieke en culturele spanningen.

WERELDFIETSER: Zorgt het fietsen bij u voor speciale literatuur?

Hemmerechts: (denkt even na, dan uitgesproken) Alles leent zich voor literatuur. Dat kan dus ook in een saai hotelletje in Cadzand, met drie weken slecht weer. Of in een gevangenis. Zelfs als het materiaal er is, moet je nog bedenken welke selectie maak je, welke interpretatie. Het zijn ook geen hapklare brokken.

WERELDFIETSER: Welke tips zou u onze fiets-schrijvers-in-spé willen meegeven?

Hemmerechts: Op het risico dat men denkt wat een arrogante vrouw. Je moet durven, echt kijken, echt luisteren. Veel mensen noemen Angkor Wat [het tempelcomplex in Cambodja, WF] een wereldwonder omdat het zo in de reisgidsen staat, men wordt geacht dat te denken. Plichtmatig. “En we waren zo ontroerd” (spreekt met pathos). Het wordt altijd zo opgeklopt. “Awesome”. Wat ik dus niet snap (zucht), het moet altijd een unieke ervaring zijn. Teveel reisliteratuur is kabbelend en babbelend, en staat bol van de cliches. Er is een enorme druk vanuit de reisbranche om alles fantastisch te vinden. Durf daar eens van af te wijken, schrijf op wat iets echt voor je betekent. Denk voorbij de toeristische brochures.

WERELDFIETSER: Mag ik nog eén thema aansnijden?

Hemmerechts: Vooruit, nog eentje dan.

WERELDFIETSER: Een biograaf heeft onlangs uit uw omvangrijke oeuvre afgeleid dat er drie stereotiepe personages in uw werk domineren. De buitenstaander, de persoon die het van afstand beschouwt. Ten tweede, de patient, het slachtoffer. En ten derde, de tweeling, de dubbelpersoon. Zijn dit soort karakters ook herkenbaar in uw fietsverslagen?

Hemmerechts (Geamuseerd) O, dat is een leuke vraag! Nou zeker de buitenstaander. Als fietser ben je de reiziger. Dat is een heel interessant perspectief, want je kijkt veel. Al interpreteer je vaak anders, omdat je geen taalgemeenschap hebt. Hoe vaak wij als toerist vaak de bal compleet misslaan. Dat vind ik vaak de uitdaging, om die puzzel die een vreemde cultuur is, om die te ontcijferen. De patient, nee die toch niet. Ook niet als slachtoffer van fietstegenslag. Want ik ben ongelooflijk oplossinggericht. Daarin ga ik sneller dan Bart. De tweeling: dat klopt ja, op de tandem. Je bent ongelooflijk close.

WERELDFIETSER: Mag ik tot slot een foto maken met u bij deze imposante boekenkast?

Hemmerechts Jazeker. Ik heb ook nog mooie digitale foto’s over Birma. Zal ik die toesturen?

WERELDFIETSER: Graag. Dank u wel, ook voor dit gesprek.

copyright tandemclub 2010 - %year%